#24: Tips & Favs voor de feestdagen
Of eigenlijk: een pleidooi om wat uit dat hedonistische hamsterrad van meer-meer-meer te stappen.
Lieve Broedparel,
Laatst was mijn beste vriendin, die ook onlangs bevallen is, op bezoek. Tot mijn opluchting bleek dat zij in haar kraamtijd ook last had van hetzelfde fenomeen: een enorme koopdrift. Zouden die oxytocine-hormonen ook verantwoordelijk zijn voor een onophoudelijke drang om te kopen? ;-)
Volgens mij speelt tijdgebrek, wat onvermijdelijk gepaard gaat met een kleine baby, hierbij een grote rol. De tijd die ik heb, wil ik ultra efficiënt besteden. En er zijn maar weinig dingen zo ‘productief’ als online iets bestellen. Klik, klik, klik, en wéér iets van die eindeloze to-dolijst afgevinkt.
Ik kan me totaal verliezen in kleine, onbelangrijke taken. Iets kopen geeft me dan, heel even, een gevoel van rust. Daarbij heb ik, nu ik nog minder werk en meer thuis ben, ineens veel meer ruimte in mijn hoofd om na te denken over wat ik denk nodig te hebben – voor mezelf, de kinderen of ons huis…
A material girl
De koopdrift van een kraamvrouw lijkt opvallend goed aan te sluiten bij een groter fenomeen: onze materialistisch geobsedeerde samenleving. We worden continu verteld dat we spullen nodig hebben om gelukkig te zijn. Het resultaat? We komen om in de spullen, maar blijven verlangen naar meer. Het probleem is dat de voldoening van een aankoop vaak maar kort duurt, en de behoefte aan iets nieuws al snel weer de kop opsteekt – hoeveel spullen je ook hebt.
Ik las erover in Intentioneel Leven van Ernst-Jan Pfauth, en het deed me wel iets realiseren. Ik ben, onbewust, ook een enorme bijdrager aan jullie spullenconsumptie. Sorry daarvoor. Het is niet uit kwade opzet, eerder uit enthousiasme, want ik ben zelf ook ‘slachtoffer’ van de consumptiemaatschappij. Instagram weet mij ook perfect te targeten met advertenties voor de zoveelste mooie jas, tas, babyfles, lakentje, make-up of lamp. And the list goes on.
Pfauth noemt dit fenomeen het hedonistische hamsterrad (vrij vertaald van de wetenschappelijke term hedonic treadmill). De naam triggerde meteen een beeld uit mijn eigen verleden: mijn ongevraagd-op-m’n-vijftiende-verjaardag-door-vriendinnen-gegeven hamster Winston. Dat arme beestje moest ik ’s nachts in een andere kamer zetten, omdat hij met zijn eindeloze geratel op dat rad me wakker hield.
Zo werkt het dus ook met ons consumentengedrag. Zoals Wikipedia zegt: “As a person makes more money, expectations and desires rise in tandem, which results in no permanent gain in happiness.” Nieuwe spullen brengen even een piek van geluk, maar zodra we eraan gewend zijn, hebben we alweer iets nieuws nodig. Reclames – of het nu via tv, social media (guilty as charged), billboards of zelfs vrienden is – maken ons wijs dat we dat ene product écht nodig hebben om ons leven beter te maken. Maar zo bereik je dus nooit een punt van tevredenheid.
More is less
Wist je dat het gemiddelde Westerse kind zo’n 300 stuks speelgoed bezit? En dit heeft, zo las ik in het stuk “En nu is het klaar met al die cadeaus: minder speelgoed, meer speelplezier” van Emmy Demkes op de Correspondent, negatieve gevolgen voor hun speelplezier.
In plaats van één boekje helemaal door te bladeren en er opnieuw met veel enthousiasme bij te pakken, bladeren ze nu gehaast een paar pagina’s van hun 30-delige boekenverzameling door. Het plezier van een nieuw, vaak fantasieloos, stuk speelgoed duurt ook meestal maar kort. (De vraag die bij mij het bloed onder mn nagels haalt: “Wat kan ik doehoeeen?”)
Om nog maar te zwijgen over de dagelijkse chaos die die overvloed aan speelgoed veroorzaakt (en wie-o-wie mag dat opruimen?), of de ruzies die ontstaan over wie het nieuwe speeltje mag hebben – of erger nog, wie het kapot heeft gemaakt. Want laten we eerlijk zijn, de kwaliteit is vaak ook om van te huilen.
Ik merk dus ook aan m’n kinderen dat de belangrijkste reden waarom ze zin hebben om af te zwemmen, hun verjaardag, Sinterklaas en Kerst te vieren is omdat ze dan… 3 keer raden... speelgoed krijgen.
Maar goed, zonder al teveel een negative nancy te willen zijn, denk ik dat het goed is dat we bewuster worden van de loop hole waar we inzitten met z’n allen. Misschien moeten we ons wat meer gaan afvragen hoe nodig het volgende stuk is dat we aanschaffen. En kan ik niet beter voor iets niet-materialistisch kiezen om te geven deze kerst? Kwaliteit boven kwantiteit en less is more... absoluut een note to self.
Ik zal in ieder geval de komende tijd mijn best doen selectiever te zijn met wat ik deel op Instagram omdat ik me bewust ben van m’n invloed op jullie consumptiegedrag. M’n kinderen krijgen ieder twee cadeautjes met Kerst (ik hou jullie op de hoogte of het is gelukt) en pakjesavond vierden ze alleen met hun vader. Ik ga dit jaar écht toewerken naar die capsule wardrobe met stukken die ik eindeloos kan combineren en heb al een lijst gemaakt met spullen die m’n huis nodig heeft om af te voelen, met het credo: opgeruimd staat netjes.
Natuurlijk is een bepaalde basis aan spullen noodzakelijk. En wat meer dan basis zelfs fijn. Er is niks mis met blij worden van een nieuwe trui, kaars of lippenstift. Maar we zijn dus doorgeschoten en ons niet genoeg bewust hoe we als een hamster keihard aan het doorrazen zijn in dat rad van materialisme. Terug dus naar die balans.
En daarom hier, omdat ik niet over één nacht ijs uit dat hamsterradje kan stappen (warning: stap nooit uit een snel vliegend wiel want dan maak je een enorme smakkerd) mijn Top 21 favoriete Broedparel cadeaus voor de feestdagen.
Een combinatie van niet-materiaslistische cadeaus en duurzame, kwalitatieve spullen voor groot en klein. Hope you like!
Fijn om te weten: geen enkel merk heeft mij betaald om in deze lijst te komen!